My name is Bond, James Bond

In de Lammekensstraat 7 huisde eertijds bontwerker A. Van Roosbroek. Zijn naam en zijn beroep staan nog met sierlijke letters op de uitstalraam van de voormalige winkel geschreven. Met een kroontje als decoratie. Waarschijnlijk niet voor lang meer, want het huis is recentelijk grondig aangepakt en gerenoveerd. Onlangs werd het te koop gesteld.

Bont is een gevilde en gelooide vacht of pels. Een fourreur of een pelsambachtsman of bontwerker maakt kledingstukken uit verschillende pelsen. Geen twee pelzen zijn immers gelijk, maar ze moeten op zo’n manier bij elkaar worden gebracht dat ze samen een mooi geheel vormen. Natuurlijk bont is kwalitatief beter dan namaakbont. Maar natuurlijk bont heeft een groot nadeel. Het komt van dieren. En de wijze waarop deze dieren behandeld worden is soms ronduit choquerend. Helaas is bont steeds meer een luxeproduct geworden. Waardoor er ook steeds meer mensen bont dragen.

Bijgevolg worden er campagnes gevoerd. Acties zoals “alleen dieren dragen bont” of de verkiezing van “dom bontje” moeten mensen aansporen om geen pelzen jassen of mutsen meer te dragen. In Nederland kreeg vorig jaar koningin Maxima voor de 2^de keer deze dubieuze eretitel. Enkele weken terug reden er ook anti-bont promofietsen over de Meir. Volgens de militanten van ‘BiteBack’ hangen er veel kleren met bont in de winkels. Als het nog wat kouder wordt zien we ze ook terug in het Borgerhoutse straatbeeld: de gewatteerde jasjes met pelsen boordje rondom de kap.

Titel = lied